Verzorging

Natuurlijke verzorging


Onze filosofie is om zoveel mogelijk natuurlijke remedies te gebruiken. We proberen chemische middelen zoveel mogelijk te vermijden.

Wij geloven in de kracht van de natuur, maar dit betekent natuurlijk niet dat we onze dieren nooit naar de dierenarts brengen.



Rauwe voeding


Waarom rauwe vleesvoeding?


Als je kiest voor rauwe vleesvoeding, kies je voor voeding die past bij het verteringsstysteem van een (opportunistische) carnivoor (vleeseter) zoals een hond en kat. Er wordt wel eens beweerd dat een hond een omnivoor (planten- en vleeseter) is en geen carnivoor, maar als je naar het verteringsstelsel en het gebit kijkt klopt dat niet. De darmen zijn wel iets beter aangepast op plantaardig voer dan bij een kat, de term opportunistische carnivoor vind ik dan ook het beste bij een hond passen. Als hij de kans heeft, eet hij ook plantaardig voedsel, maar dat betekent niet dat een hoofdzakelijk plantaardige voeding het beste is. Katten zijn nog duidelijker carnivoor en hebben minder tot geen behoefte aan plantaardig voedsel.


Waarom is het zo gezond?


Rauw vlees heeft ten opzichte van verhitte voeding zoals blikvoer en brokken meerdere voordelen:

- er zitten goede bacterien in die goed zijn voor de darmen en daardoor zorgen voor een betere afweer

- het zorgt voor een zuurder maagzuur, waardoor slechte bacterien en parasieten minder/geen overlevingskans hebben

- het zorgt voor minder afvalstoffen in het lichaam

- het belast de organen minder

- de voedingsstoffen zijn natuurlijk en niet synthetisch (alhoewel sommige kvv-merken wel synthetische vitamines toevoegen)


Een vergelijking tussen brok en vers vlees vind je in het artikel Brok vs Rauw.


Wat merk ik daar dan van?


Dat verschilt per dier, maar veelgehoorde verschillen tussen het voeren van

brok en vers zijn:

- geen jeuk meer

- niet meer zo stinken (lichaamsgeur, winderigheid, uit de bek stinken)

- minder vaak naar de de dierenarts

- mooiere vacht

- geen oorontstekingen meer

- geen volle anaalklieren meer

- minder vaak poepen en kleinere opraapbare drollen

- minder vaak wormen en/of vlooien

- minder hyperactief, maar wel actief


Hoe kan dat?


Doordat verhitte voeding zorgt voor veel afvalstoffen, worden de afvalstoffen op verschillende andere manieren uitgescheiden, bijvoorbeeld via de interne organen, via de vacht (doffe vacht, jeuk, stank), via de darmen (daar kan het dier winderig van worden), via de oren (oorontsteking). Daarnaast is de ontlasting op verhit voer te zacht om de anaalklieren uit te drukken, maar een goede vers vlees drol zorgt er vanzelf voor dat de anaalklieren leeggedrukt worden. De functie van de anaalklieren is om een geurtje mee te geven aan een drol, zodat anderen die de drol ruiken weten van wie die is. Als de ontlasting te zacht is, lukt dit niet, en blijft de geurstof in de anaalklieren zitten.


Bron: http://www.voerwijzer.com/rauwe-vleesvoeding-hond-kat



Vaccinatie


Wij hanteren een ander vaccinatiebeleid voor onze pups dan normaal gesproken. Wij leggen het graag aan u uit!

 

Als de pups geboren zijn, nemen ze met de eerste melk (de biest) die ze van hun moeder krijgen antilichamen op. Antilichamen zijn eiwitten die bescherming bieden tegen virussen, bacteriën en andere parasieten die het lichaam ziek kunnen maken. Hoeveel antilichamen ze binnen krijgen, is afhankelijk van hoeveel antilichamen de moeder heeft en hoeveel melk de pups opnemen tot ca.  de eerste 12 uur. Deze antilichamen blijven gemiddeld tussen de 6 en 12 weken aanwezig in het bloed van de pups, maar langer is ook mogelijk.

Gedurende deze periode zal deze bescherming van de pups tegen belangrijke virusziekten als parvo, hondenziekte en hepatitis afnemen en ophouden. Zolang die antilichamen in het bloed zitten, zijn niet alleen de pups beschermd, maar zal een vaccinatie ook niet aanslaan.

De reden dat we pups 3x vaccineren (6, 9 en 12 weken), is omdat we niet weten wanneer die antilichamen verdwenen zijn en we dus niet weten of een vaccinatie aan zal slaan of niet. De entstoffen die we gebruiken zijn levende entstoffen en een vaccinatie met een levende entstof is voldoende om langere tijd (lees: jaren) bescherming te geven. Dus eigenlijk slaat er van de 3 vaccinaties die ze normaliter krijgen, maar eentje aan en dan is de kans het grootst wanneer de pup dan dus geen antilichamen van de moeder meer heeft.

Nu bestaat er een test (de VacciCheck) waarbij we kunnen zien of er nog antilichamen aanwezig zijn in het bloed van de pups. Dus om onnodig vaccineren te voorkomen, kunnen we met deze test eerst kijken of er nog antilichamen zijn en pas wanneer deze verdwenen zijn, een vaccinatie geven. Dan krijgen de pups dus maar 1 vaccinatie in plaats van 3. Het mooiste is om dan ca. 4 weken na de vaccinatie te controleren of de vaccinatie inderdaad goed is aangeslagen. In het eerste jaar kunnen de antistoffen nog wel wijzigen, dus pas na een titerbepaling op 1-jarige leeftijd kan gezien worden wat het verloop in het eerste jaar is geweest en hebben ze hoogstwaarschijnlijk met 1 vaccinatie een jarenlange bescherming, waardoor er dus ook niet opnieuw gevaccineerd hoeft te worden.

In plaats van klakkeloos vaccineren laten wij dus eerst een titerbepaling doen. De uitslag daarvan staat in het paspoort, alsook wanneer de pup weer getiterd en/of gevaccineerd dient te worden. Niet alle dierenartsen doen dit en niet alle titerende artsen titeren ook pups, dus wij zullen onze pupkopers altijd een adres meegeven van een ervaren arts op het gebied van titeren van pups in hun eigen regio. Of we organiseren een gezellige terugkomdag waarbij we gelijktijdig ook laten titeren, net hoe het loopt. Sinds januari 2015 zijn de VacciCheck titerbepalingen volledig geaccepteerd en erkend door de Raad van Beheer en de WSAVA en geldig op Nederlandse shows, de meeste hondenscholen en ook bij steeds meer pensions.

Dit beleid kost vooral in het eerste jaar even meer inzet van zowel ons alsook van de toekomstige pupeigenaren, maar indien er op het juiste moment gevaccineerd is, dan heeft de hond door een minimale belasting van het immuunsysteem het maximale bereik aan antilichamen behaald. Even voor de duidelijkheid: wij zijn absoluut niet tegen vaccineren, maar wij zijn wel tegen onnodig en/of overbodig vaccineren. Want waarom het lijfje van een jonge hond zo zwaar belasten als het helemaal niet nodig is?

 

 

In de Facebookgroep ‘Titeren met VacciCheck’ vindt u alle informatie hierover, alsmede de dierenartsen die volgens de laatste richtlijnen en inzichten titeren. U zult daar zelf zien hoelang de meeste honden beschermd zijn die anders ‘gewoon’ gevaccineerd waren geweest terwijl dat niet nodig was. Maar ook jonge honden waarbij de eigenaren ervan overtuigd waren dat hun jonge hond beschermd was omdat deze de 3 pupvaccinaties had gehad en die het hele eerste jaar dus onbeschermd waren omdat ze waren gevaccineerd terwijl ze nog over de natuurlijke antistoffen beschikten.

Het spreekt voor zich dat wij van de nieuwe eigenaren van onze pups verwachten dat zij hier positief tegenover staan en deze ingezette lijn ook zullen opvolgen.

 

Voordelen titeren:

  • De pup heeft veel minder belastende vaccinaties nodig (wanneer er gevaccineerd wordt terwijl de pup nog de natuurlijke antilichamen heeft, zal de vaccinatie vrijwel zeker niet aanslaan)
  • De kans is zeer groot dat, indien op het juiste moment gevaccineerd wordt, de hond jarenlang beschermd is met slechts één vaccinatie.
  • Het lichaam wordt niet onnodig belast door te vaccineren terwijl er nog voldoende antistoffen aanwezig zijn
  • Er is slechts 1 druppeltje bloed nodig om te kunnen testen
  • Er zijn dieren die overgevoelig (kunnen) reageren op vaccinaties. Door te titeren wordt er zo minimaal mogelijk gevaccineerd, waardoor het lichaam niet getriggerd wordt en andere problemen veroorzaakt.
  • Je weet precies hoe je hond ervoor staat en dat deze goed beschermd is.

 

 

Eventuele nadelen titeren:

  • Indien de pup nog lang over de natuurlijke antilichamen beschikt, dan zal er in het begin wat vaker getiterd moeten worden
  • Omdat niet alle dierenartsen met ervaring in titeren ook ervaring hebben met het titeren van pups (is anders dan volwassen honden), kan het zijn dat u daarvoor naar een andere arts moet in de regio.